Als iemand me een aantal jaar geleden vroeg wat ik na mijn toenmalige baan zou willen, gaf ik altijd het antwoord dat ik dat niet precies wist, maar dat ik wel wist dat dit mijn laatste ‘normale’ baan zou zijn. Ik wist dat het waar was, maar niet wat het precies betekende.
Toen ik vorig jaar deze tijd in een burn-out belandde, was dat ook het overheersende gevoel. Ik ben niet meer geschikt voor ‘normaal’. Ik ben er domweg niet in op mijn best. In het geval van werk en loopbaan, betekende dat dat ik steeds sterker voelde dat een vaste baan, in vaste loondienst, in één organisatie het niet meer voor me was.
Waar ik goed in ben is doorvoelen en analyseren wat er onder de oppervlakte speelt. Bij mensen, in teams, in organisaties. Dat, het verhaal, boven tafel krijgen en aan de slag gaan om het daar op z’n minst met elkaar over te hebben en vervolgens te zien wat we daar dan mee moeten. Ik geloof dat een van de vragen die ik het meest stel is “waar gaat het hier nou écht om?” en hebben we het daar dan wel over en werken we daar ook naar toe? En wat ik steeds meer begon te begrijpen is dat je die vraag minder makkelijk stelt, wanneer je zelf onderdeel bent van de organisatie of het (management)team waar die vraag gesteld moet worden.
Dan kun je twee dingen doen: de vraag niet meer stellen, of een positie kiezen aan de rand van organisaties, teams en mensen, van waaruit die vraag wel gesteld kan worden. Een positie van waaruit je de mogelijkheid hebt liefdevol kritisch te zijn. Met zowel afstand als betrokkenheid een beetje te schudden en te duwen, te vragen, dóór te vragen en te luisteren en te helpen het gesprek én de beweging op gang te krijgen.
Ik koos dus voor het laatste. Want voor mij is de vraag niet meer stellen geen optie. Ik stel hem altijd. Mijn leven lang al. Aan mezelf, aan wie me lief is, aan medewerkers, aan organisaties en bijvoorbeeld in mijn blog aan de hele samenleving: “waar gaat het nou écht om?”
En ik weet ook dat het een hele kwetsbare vraag is. Een vraag die een veilige omgeving vereist, wil het antwoord boven tafel kunnen komen en het gesprek op gang kunnen komen. Het vereist eerlijkheid, openheid en kwetsbaar durven zijn.
Ik vind niks erger dan wanneer mensen of groepen mensen, zichzelf en elkaar tekort doen, persoonlijk of in een werksituatie, omdat dingen niet besproken kunnen worden. Omdat ergens een taboe op rust, iets een heilig huisje is, omdat er ongeschreven regels zijn waardoor we steeds meer op eieren zijn gaan lopen. Of nog erger: we onszelf geweld aan doen.
Dan gaat het niet meer om de essentie, maar om de randverschijnselen. Om de verhoudingen, om de systemen, om de regels en normen zelf. Als bijzaken hoofdzaken worden, is er in de basis ergens iets niet goed gegaan. En in welke situatie dan ook, werk of persoonlijk, komen mensen dan steeds minder tot hun recht. En functioneren ze uiteindelijk niet meer optimaal. Wat vervolgens ten koste gaat van organisaties, teams, de kwaliteit van het werk en relaties.
En omdat ik dat zo erg vind, wil ik dus altijd weer terug naar de essentie. Even stilstaan en doorvoelen en analyseren waar het nou echt om gaat. Dat heb ik het afgelopen jaar met mezelf gedaan. Stilgestaan, terug naar de essentie. Mijn essentie. En heb vervolgens besloten, dat daar mijn belangrijkste bijdrage in zit. En mijn grootste passie. Omdat ik houd van mensen en het ontzettend belangrijk vind, dat die tot hun recht komen in wie ze zijn en wat ze bij te dragen hebben. Omdat ik heilig geloof dat alleen dán sprake is van optimaal functioneren, welzijn én gezondheid. Van het individu en van de relaties, teams en organisaties waarvan ze deel uit maken.
En daarmee kies ik vanaf nu voor een positie als zelfstandige. Ik ben vanaf dit najaar beschikbaar als interim-manager, als gespreksbegeleider, als sparringpartner en als (team)coach. In die rollen zal ik vragen en doorvragen. Op zoek naar het verhaal, naar de essentie. En vooral ook luisteren. Ik schuw daarbij de moeilijke en kwetsbare vragen niet. Waarbij de veiligheid die daarvoor nodig is een essentieel deel is van wat ik bijdraag. Voor alle betrokken partijen. Je kunt van mij eerlijkheid, openheid en betrokkenheid verwachten.
Ik doe niet aan vaste methodes, stappenplannen of quick fixes. Dat zou niet passen bij mijn motto dat als bijzaken hoofdzaken worden er in beginsel iets niet goed gaat. Je ziet namelijk vaak dat een methode, of stappenplan een doel op zich gaat worden en vervolgens ofwel verwatert, of een volgend probleem wordt.
Ik heb een zeer ruime ervaring bij overheid, publieke organisaties en onderwijsorganisaties. Ik richt me daarom vooral op organisaties met een maatschappelijke opdracht, maar niet exclusief. Ook in de private sector werken tenslotte mensen. En mensen vormen het hart van elke organisatie. En – gezien mijn ruime ervaring in dat mooie vak - communicatie, of beter: helder en eerlijk communiceren, zal ook altijd onderdeel zijn van het gesprek en van mijn bijdrage. Het bloed kruipt tenslotte waar het niet gaan kan.
Mijn aanbod, mijn bijdrage als je wilt, heb ik opgedeeld in twee delen:
Hommes’ Verhaal gaat over mij in de volle breedte, het bevat mijn blog, mijn aanbod voor particulieren en mijn kunst. Een onderdeel daarvan is mijn aanbod voor organisaties:
Ik kijk er enorm naar uit om op deze manier als zelfstandige mijn loopbaan te vervolgen en bij te kunnen dragen aan waar mijn grootste passie ligt: het welzijn van mensen en hun zo optimaal mogelijk functioneren, door op zoek te gaan naar het verhaal en het hervinden van de essentie.
Comments