Toen ik een jaar geleden een blog schreef over mijn burn-out, kreeg ik veel reacties. Ook een aantal ontroerende reacties; mensen die geraakt waren omdat ‘het gaat niet goed met me’ nog steeds iets is dat we niet graag delen. Het is fijn wanneer openheid, ook, of juist, over de minder mooie kanten van het leven, anderen de ruimte biedt zich ook gewoon even niet goed te voelen.
Ik ben inmiddels een heel bijzonder en goed jaar verder. De burn-out voorbij en veel zin om aan de slag te gaan. En tegelijkertijd voel ik dat er reden is voor waakzaamheid.
Als ZZP’er, zelfstandige, moet je een hoop regelen. Er is geen werkgever meer die je salaris uitbetaalt, waarbij je pensioenopbouw geregeld is, waar je je ziek kunt melden en doorbetaald wordt; er wordt niet meer automatisch voor je gezorgd omdat je in vaste loondienst bent.
Vol goede moed – en soms blinde paniek – ben ik dus mijn eigen ‘werkgeverschap’ gaan regelen: een administratie en een boekhouder, een werkplek en algemene voorwaarden en…verzekeringen. En dan komt vroeger of later de arbeidsongeschiktheidsverzekering om de hoek kijken. Als ik ziek ben heb ik geen inkomen en ook geen vangnet. Dus mijn inkomen verzekeren lijkt een goed plan. Ook hier weer: goede moed. Maar dan is daar Het Systeem. Hoe zit het met je gezondheid? Kunnen we daar je huisarts even over spreken? Hoeveel ga je werken en welke werkzaamheden, dan scoren we het risico dat je in die werkzaamheden loopt. Nou ben ik starter, dus echt goed inschatten hoe de verdeling van mijn werkzaamheden precies is gaat nog niet, het is een aanname. Dus die doe ik. Keurig doordacht. Dom. Want dan blijkt dat je als sparringpartner/coach een hoger risico op arbeidsongeschiktheid hebt dan als interim-manager. U mag mij uitleggen waarom, maar het scheelt ongeveer €200,- per maand in premie. Wat als ik gewoon gezegd had dat ik alleen maar interim-manager/consultant ging zijn? Leugentje om bestwil? Ik kom, behalve die ene keer vorig jaar voor de oververmoeidheid, nooit bij de huisarts, ik heb namelijk niks. Wat stijve spieren die met een paar fysiobehandelingen weer weg zijn: zes behandelingen in de afgelopen tien jaar, vorig jaar om precies te zijn, dus ruim negen jaar niets. Mijn vitale waardes zijn uitstekend, ik zorg goed voor mezelf. Dus huisarts? Tsja, die heeft niet echt een dossier. En dat lijkt mij een goed teken. Niets blijkt minder waar: het is verdacht. Dus of er even een vervolgonderzoek kan plaatsvinden. Medische gegevens moeten worden opgevraagd en dus moet ik bij de huisarts ‘op het matje’, althans, zo voelt het.
Ik zal u het hele verhaal besparen maar dit proces vloog me aan. En ik zou ik niet zijn, als ik daar niet wat zelfreflectie op zou loslaten. Waarom zou ik niet gewoon een beetje liegen? Waarom lukt het me niet om gewoon luchtig te zeggen ‘ach nou ja, dat hoort erbij, dat geld dat verdien ik wel straks’, wat maakt nou dat ik me dat wantrouwen van die vragenlijsten persoonlijk aantrek? En ergens in een van de doorwaakte nachten in de afgelopen week (de eerder genoemde blinde paniek, die af en toe de goede moed doorkruist), begreep ik het: omdat het persoonlijk ís! Wantrouwen, geld slaan uit de kwetsbare kant van mensen (de angst om als ik ziek ben ook geen inkomen te hebben), beoordeeld worden op basis van lijstjes, met vinkjes en indicatoren, ís persoonlijk.
En het is ook preciés de reden, dat ik als zelfstandige wil bijdragen aan de transitie van dit steeds ziekere systeem waar onze samenleving in zit. Het systeem dat ons aanvankelijk ontzettend veel gebracht heeft, maar nu gevaarlijk knellend begint te worden. Het systeem waarin de economie er niet meer is voor mensen, maar mensen voor de economie. Het systeem waarin je moet bewijzen dat je deugt, in plaats van een basisvertrouwen. Een systeem waarin algoritmes en indicatoren bepalen of je functioneert en hoe, in plaats van je welzijn, je talenten, bijdrage, drijfveren en motivatie.
Ik zag mezelf, juist in mijn bijna existentiële drang om het anders te doen, me toch weer in een malletje persen om weer mee te gaan doen in het systeem zoals het (nog) is. En ik voelde me langzaam terugzakken in een zekere mate van grauwe hopeloosheid en de inspiratie en creativiteit stopte met stromen.
Tot ik me ging verdiepen in alternatieven. In dit geval: het broodfonds. Een schenkkring. Een fenomeen dat al sinds de middeleeuwen bestaat, waarin gelijkgestemden elkaar opzoeken en op basis van gezamenlijke waarden en afspraken, elkaar helpen, naar vermogen. You’ve got my back, I’ve got yours. Met alleen al het lezen erover voelde ik spanning uit mijn lijf wegglijden. Ja, zó. Hier moet het weer om gaan. Ik meldde me aan en had binnen 24 uur een intakegesprek. Een heerlijk gesprek: fair, open, transparant. Over hoe het werkt, waarom, wat er van je verwacht wordt en wat je zelf kunt verwachten. Geen wantrouwen, geen lijstjes, gewoon wat logische vragen, want vrijblijvend is het niet, maar de mens voorop en welkom bij de club. You’ve got our back, we’ve got yours. En eerlijk, na dat gesprek heb ik wat tranen gelaten. Want waarom is dit de uitzondering en niet de standaard? Het is nog steeds een zakelijke overeenkomst, er zijn nog steeds regels, het gaat nog steeds over geld. Maar het uitgangspunt is de mens. En het zorgen voor de mens wanneer die onverhoopt in een kwetsbare positie terecht komt. En dat niet als een financieel risico zien, waar vervolgens geld aan verdiend wordt, maar als lullige situatie die ons allemaal kan overkomen en dan zorgen we dus voor elkaar.
Niet alleen ontroerde het gesprek me, omdat het over mij persoonlijk ging en ik als mens tot mijn recht kwam, het heeft me ook opnieuw doen inzien dat dit écht is waar het voor mij over moet gaan. De mens als uitgangspunt. Op de werkvloer, in de samenleving, in relaties. Niet de mens als product of in een knellende rol in dienst van de economie, het systeem, de bedrijfsprocessen of het instituut, maar andersom. Vertrouwen als uitgangspunt, zoals ik vroeger leerde: iedereen deugt, je hebt voor iedereen respect, tot het tegendeel bewezen is. Wantrouwen en controle creëert geen veilige, open en transparante cultuur. Liegen, fraude, oneerlijkheid, ontstaat door wantrouwen, niet andersom. Lijstjes, vinkjes, indicatoren, maken geen gezonde en op lange termijn zelfs geen efficiënte organisaties. Het maakt mensen ongeïnspireerde rolvervullers, die uiteindelijk vooral werken voor... het geld.
U voelt mijn boosheid, mijn strijdlust, maar echt, ik húnker naar een samenleving die weer gaat over de mensen die haar vormen. Een samenleving, organisaties en relaties, waarin je gewoon af en toe kunt antwoorden op de vraag (en dat die vraag dan ook gesteld wordt, om te beginnen): “hoe gaat het met je?” “nou, even niet zo goed”. En dat je dan niet aangekeken wordt alsof je water hebt doen branden, maar dat volstrekt normaal is, omdat het de standaard is: het gaat met iedereen op een bepaald moment gewoon even niet zo goed. En zolang we dat blijven zien als risico, als uitzondering, als iets dat we vooral moeten verhullen, ons tegen moeten verzekeren voor absurde bedragen, als iets dat in onze samenleving toch niet hoeft, want we zijn zo rijk, dus dan zul je het wel aan jezelf te wijten hebben, gaat het met steeds meer mensen niet zo goed.
Gelukkig zijn er óók steeds meer mensen, die daar hun focus, soms zelfs levenswerk van maken, zoals de mensen van SamSam, de schenkkring, maar ook journalisten als Wouter van Noort, wetenschappers als Kees Klomp en Jan Rotmans, initiatieven als Effectief Altruïsme Nederland en vele, de goden zij geprezen, vele anderen, die me inspireren.
Kent u meer mensen, initiatieven of organisaties die ik zou kunnen volgen?
Ik hoor het graag.
En wilt u sparren, of het gesprek aan over hoe u zelf in uw deel van samenleving, organisatie of eigen leven de mens meer als uitgangspunt kunt nemen? Neem gerust contact op, wie weet wat we voor elkaar kunnen betekenen; I’ve got your back, you’ve got mine.
Comments