De waterkoker maakt z’n zacht bruisende geluid en ik schep drie flinke scheppen geurende gemalen koffie in de filter. Langzaam schenk ik het water op de koffie en ik wacht en ik kijk en ik mijmer wat. Ik staar wat voor me uit. Rustig maar gestaag druppelt de koffie gezellig in het glazen kannetje. Wat een totaal andere beleving dan een maand geleden: rats, klepje open, cupje erin, rats, klepje weer dicht, luidruchtig gegrom en gesis en gestoom, pprrrrrrrrggrrrrr. Klaar.
Vorig jaar kocht ik een superdeluxe koffiecup apparaat. Met melkopschuimer. Ultieme luxe. Dacht ik. En handig, met al dat thuiswerken. Snel echt goede koffie. Nu ruim een jaar later is-ie stuk. Net als mijn twee vorige minder luxe cupjes-apparaten. Ook na een jaar. En ik was het ineens zo zat. Wat is dat toch met al die apparaten die een belachelijk korte levensduur hebben? Het is toch te zot dat er apparaten gemaakt worden tegenwoordig met een levensduur die niets te maken heeft met het gebruik of gemak van degene die het apparaat heeft, maar alles met de omzetdoelstellingen van het bedrijf dat ze maakt. Met andere woorden: het moet vooral niet te lang meegaan, anders halen we de targets niet, vinden de aandeelhouders niet leuk. Ik woon nu veertien jaar in dit huis. En ben inmiddels aan mijn derde vaatwasser en derde koelkast…. Dat zegt toch iets? En nee, dat zegt niet iets over mijn bijzondere manier van met apparaten omgaan….
Het zijn van die kleine dagelijkse incidentjes waardoor ik me wezenloos kan ergeren aan onze consumptiesamenleving, het systeem waarin we onszelf en elkaar helemaal gek maken met alles wat we zouden moeten doen of hebben. Je denkt toch niet werkelijk dat met het installeren (en dus steeds opnieuw je computer opstarten en opnieuw zoeken waar die handige functie in vredesnaam gebleven is) van al die nieuwe software updates, mijn kwaliteit van leven ook maar een fractie beter is geworden?
De vraag diende zich aan wat ik zou doen met mijn koffiezetter. Een nieuwe? Laten repareren? Of een andere weg in gaan slaan. Het voelde goed om gezien mijn ergernis en mijn steeds bewuster worden van onze consumptie idiotie (ja, die cupjes zijn recyclebaar en dat doe ik dus ook braaf, maar ze moeten ook gemáákt worden….), een andere weg in te slaan.
Gewoon filterkoffie. Maar, dacht ik, dan niet weer een apparaat met snufjes en foefjes, gewoon een leuk kannetje, met een vaste filter en gezellige potten gemalen koffie op het aanrecht. Voor €12,50 klaar mevrouw. Even oefenen met de koffie-water ratio, ik houd van lekker sterk, maar niet té. Even bezien hoe snel de boel afkoelt in zo’n kannetje en dan dus niet te veel per keer zetten, want dan heb je een kannetje kouwe koffie, of aangebrande koffie als-ie te lang op een kookplaatje laagste stand staat.
Het duurde niet lang of ik had de juiste smaak te pakken en constateerde tevreden dat dit een blijvertje was. Totdat ik me realiseerde, dat waterkoker-filter vullen-opgieten-wachten-nog een beetje opgieten-wachten wel een stuk tijdrovender was dan rats-cupje-rats-knopje-klaar. En ik betrapte mij op de gedachte ‘daar heb ik toch helemaal geen tijd voor?’ en onmiddellijk daarna dacht ik: en waarom in hemelsnaam niet? Wat voor belangrijks heb ik dan allemaal te doen in die paar minuten? Welk schip zinkt er precies als ik even voor me uit sta te mijmeren tijdens het druppelen van de koffie? En ineens realiseerde ik me ook hoeveel koffie ik – juist vanwege rats-cupje-rats-knopje-klaar in minder dan een minuut – ongemerkt tussendoor nog even wegklokte. Telefoongesprek? Even tussendoor koffie zetten. Vergadering afgelopen? Snel even een koffietje voor de volgende. Bizar, als je het even gauw bij elkaar optelt.
Dus ik ben de momentjes gaan koesteren. Vraag me steeds af of ik echt wel zin in koffie heb. Mijn koffie is slow geworden. En waardevol. Koffie was een tussendoortje, een snelle bezigheid, een haastklusje, nog even een bakkie en dan weer door. Nu is koffie: tijd voor koffie. Met wat meer zorg, bewuster, ontspannend. En misschien daardoor ook wel lekkerder. Het is míjn koffie geworden. Terwijl die snelle rats-cupje-rats-knopje-klaar-koffie op een bepaalde manier altijd van de cupjesfabrikant bleef. Die me mailt dat ik bijna ‘ambassador’ ben, gezien mijn consumptieomvang (dat levert namelijk voordelen op, waar je uiteindelijk nog weer meer voor uitgeeft dan je gedaan zou hebben zonder die status) en welke nieuwe smaken ik nu weer écht moet proberen.
Misschien sla ik door, maar ik word er blij van. Het voelt als een beetje meer regie over de keuzes die ik maak, over hoe ik mijn tijd besteed. Superdeluxe was helemaal niet superdeluxe. Was hele dure, afvalproducerende instant gratificatie die ongemerkt tot een veel te hoge en ongezonde cafeïne inname leidde. Dit is pas luxe. Even niks doen, even mijmeren. Even zorg en aandacht besteden aan wat je je lijf in giet. Even bewust stilstaan en niet meegaan in de gekte.
Ik heb ineens ook een stuk minder afval. Maar wel ladingen koffieprut. En wat doe je daar dan weer mee? Nou gewoon, op de composthoop. En tussen de komkommer- en slaplanten in de moestuin. Slakken houden er niet van - maar wel van komkommer en zeker sla - en voor de aarde is het prima. En ja, ook een zelfgekweekte komkommer is luxe. En smaakt ook heel veel lekkerder, al was het maar vanwege alle aandacht en zorg er in zit.
Comments